Patiënten met gelokaliseerde prostaatkanker staan voor moeilijke behandelkeuzes. Die gaan verder dan behandelmethodes overwegen. Verpleegkundig specialisten staan klaar om samen met de patiënt kwaliteit van leven te waarborgen, ook ná de behandeling.
“Alleen het woord ‘kanker’ zorgt al voor enorm veel stress bij een patiënt,” legt Corinne Tillier, verpleegkundig specialist in het Antoni van Leeuwenhoek (AVL), uit. “En dan moet je als patiënt ook nog eens een behandelkeuze maken. Dat is moeilijk. Vooral omdat alle behandelingen mogelijke complicaties hebben die een impact kunnen hebben op het kwaliteit van leven. Daarom is het belangrijk om samen te bespreken wat een patiënt acceptabel vindt.”
Het leven weer oppakken
Een verpleegkundig specialist kijkt samen met de patiënt naar de kwaliteit van leven na een behandeling, en welke impact bijwerkingen daarop kunnen hebben. Daarbij worden bijwerkingen als urineverlies, plasklachten, erectieproblemen, een verlaagd libido, en ook psycho-sociale problemen op persoonlijk niveau besproken. Tillier: “Wat je wil voorkomen, is dat een patiënt spijt krijgt van zijn behandelkeuze. Uit een recent artikel van onderzoeker Marie-Anne van Stam blijkt ook dat patiënten die geopereerd of bestraald zijn, toch vaak spijt hebben van hun keuze omdat ze bijvoorbeeld incontinentie onderschat hadden. Alle behandelingen voor gelokaliseerde prostaatkanker hebben als doel het genezen. Als verpleegkundig specialisten maken we duidelijk dat het niet alleen draait om de behandelmethode, maar juist óók om je leven na de behandeling.”
Behoefte aan juiste informatie
“Het is niet meer zoals vroeger – of als in bepaalde landen waar het nog gebeurt – dat de dokter kiest voor een patiënt,” benadrukt Tillier. “Veel is op internet te vinden, dus patiënten gaan zichzelf informeren en erover praten.” Patiënten en hun omgeving komen daardoor met veel vragen te zitten. Tillier merkt dan ook dat er behoefte is aan de juiste informatie. Denk bijvoorbeeld aan de misvatting dat met incontinentie je eindigt in een luier, of juist dat het wel meevalt als het gaat om ‘maar een paar druppels.’ “Wat ik in een huidig onderzoek constateer, is dat het niet uitmaakt hoeveel urine een patiënt verliest. Het gaat juist om het feit dát er sprake is van urineverlies, dat het een behoorlijke impact heeft op kwaliteit van leven. Dat wordt onderschat”, benadrukt Tillier.
De verpleegkundig specialist speelt dus een cruciale rol in een weloverwogen keuze – ook wel shared decision-making genoemd. Zelfs in huidige tijden waar COVID-19 een grip heeft op de samenleving, blijft die persoonlijke benadering in stand. “Alle nieuwe patiënten blijven we bij AVL zien. Controles doen we telefonisch of via video, wat heel goed werkt. Daar komt kwaliteit van leven weer uitgebreid aan bod. Ook na de behandeling”, meent Tillier.