Haartransplantaties hebben in de afgelopen decennia een grote ontwikkeling doorgemaakt. Welke innovaties zijn er, en wat kunnen we verwachten? Dr. Coen Gho: “We baseren ons op keiharde wetenschap.”
“In elk orgaan zitten stamcellen. Ook in de haarwortel”, vertelt doctor Coen Gho. Hij is arts-onderzoeker en oprichter van het Hair Science Institute. “Stamcellen ken je misschien wel van de beenmergtransplantatie. Stamcellen kunnen zich onbeperkt vermenigvuldigen. Dat heb je nodig om op een nieuwe plek haar weer te laten groeien.” Gho is al meer dan dertig jaar bezig met stamcelonderzoek en tissue engineering. Keiharde wetenschap dus, maar dan toegepast op een heel praktisch probleem: haarverlies.
Grasmatje
Haartransplantaties zijn nog niet zo oud, vertelt Gho. “Dertig jaar geleden was het ‘grasmatje’ de meest gebruikte techniek. Een strip huid met haar werd vanaf de achterkant van het hoofd weggesneden. Die reep werd verdeeld in ‘grafs’, wat een haarzakje met meerdere haren is. Deze werden vervolgens in het kalende gebied geïmplanteerd. Het nadeel was dat er een groot litteken achterbleef in het donorgebied.” Inmiddels is deze techniek achterhaald, en wordt er vooral gemaakt van de FUE-techniek (Follicle Unit Extraction). Hierbij worden de grafs één voor één uit het donorgebied gehaald. “Een belangrijke ontwikkeling,” vertelt Gho, “omdat deze techniek minder invasief is. Je houdt ook alleen maar wat kleine punt-littekens over.”
Maar ook deze techniek ontwikkelt zich door: “Bij FUE-techniek haalt men het volledige haarzakje weg uit het donorgebied. Maar uit onderzoek blijkt dat de stamcel die je nodig hebt zich niet in het haarzakje bevindt, maar aan de zijkant van de haarwortel. Dat betekent dat je maar een deel van de haarwortel nodig hebt om een haarzakje te kunnen ‘oogsten’. Daardoor blijven de haren op donorgebied voor een groot deel gewoon doorgroeien.”
Bij het Hair Science Institute voert dr. Gho deze transplantaties al veelvuldig uit: “Het is vooral fijn voor mensen die een klein donorgebied hebben, bijvoorbeeld door brandwonden. Bij veel slachtoffers van de Volendamse nieuwjaarsbrand hebben we deze behandeling uitgevoerd.”
Vakmanschap
Het nadeel van deze nieuwste techniek is wel dat het erg arbeidsintensief is, en daarmee ook duur. De meeste klinieken bieden dit dan ook nog niet aan. Gho: “Je moet één voor één, heel precies steeds een deel van de haarwortel wegschrapen. En voor een transplantatie heb je twaalf- tot veertienhonderd grafs nodig.” Wel verwacht Gho dat deze techniek langzaam maar zeker voor een breder publiek toegankelijk wordt. Ook is Gho al bezig met de technieken van de toekomst: “In een petrischaaltje is het al mogelijk om haar te ‘kweken’. In de toekomst kunnen we van één haar misschien wel vijf of tien haren maken.”
Tot het zover is, benadrukt Gho dat een goede transplantatie vakmanschap vereist: “Ga niet zomaar naar een kliniek. Een slechte behandeling kan heel lelijk uitpakken en je donorgebied verpesten. Kies zorgvuldig een kliniek waar ze veel ervaring hebben.”