In Nederland hebben bijna 700.000 mensen een schildklieraandoening. Vermoedelijk lopen er nog 300.000 mensen rond met vage klachten, maar (nog) zonder diagnose. Wat doet de schildklier? Hoe weet je of deze niet goed werkt? En hoe ziet de behandeling eruit?
De schildklier kun je vergelijken met een thermostaat die bijna alle processen in het lichaam reguleert. Werkt deze niet goed? Dan kunnen zich allerlei problemen voordoen, met als gevolg soms ernstige gezondheidsklachten op zowel lichamelijk als psychisch gebied. De klachten zijn erg divers, van extreme vermoeidheid, onduidelijke gewichtstoename, onverklaarbare spierpijnen, wisselende stemmingen tot een opgejaagd gevoel, slecht slapen, haaruitval en gewichtsafname. Herken je deze klachten? Dan is een bezoek aan de huisarts raadzaam.
De schildklier is een klein, vlindervormig orgaan dat als een schild om de luchtpijp heen ligt, vlak boven het kuiltje in de hals. Het produceert schildklierhormonen, die de stofwisseling regelen en de werking van alle organen in het lichaam beïnvloeden. Bij jonge kinderen hebben schildklierhormonen bovendien een cruciale rol in de ontwikkeling van de hersenen.
Eenvoudige bloedtest
Omdat deze klachten ook bij veel andere aandoeningen voorkomen, zal je huisarts je bloed laten onderzoeken voor het stellen van de juiste diagnose. Hij of zij kijkt of je schildklierwaarden binnen de normaalwaarden vallen. Is dit niet het geval? Dan start je behandeling.
Een te traag werkende schildklier is de meest voorkomende schildklieraandoening. Deze behandelt een huisarts meestal zelf. Voor de overige schildklieraandoeningen, zoals een te snel werkende schildklier of schildklierknobbel, krijg je meestal een verwijzing naar een internist of endocrinoloog in het ziekenhuis.
‘Normaalwaarden zijn niet het enige doel; hoe je jezelf voelt is het belangrijkste’
Behandeling
Bij een te traag werkende schildklier ontstaat een tekort aan schildklierhormoon. Om dat tekort aan te vullen, schrijft je huisarts kunstmatig schildklierhormoon voor: levothyroxine. Het vinden van de juiste dosering van deze medicatie (instellen) kan een lastig traject zijn. Een kleine wijziging in de dosering kan namelijk al een groot verschil maken. Bovendien verschillen goede bloedwaarden per persoon. Wat goede bloedwaarden zijn voor de een, zijn dit niet per se ook voor de ander. De normaalwaarden zijn dan ook niet het enige doel; hoe je jezelf voelt is het belangrijkste, volgens de behandelrichtlijnen. Optimaal instellen luistert daarom nauw.
Optimaal instellen
Het bereiken van de optimale instelling gaat in twee fasen: van grof instellen naar fijn instellen. Bij het grof instellen streef je naar een bloedwaarde binnen de normaalwaarden. Bij het fijn instellen streef je vervolgens naar het verdwijnen van alle klachten, door de dosering in kleine stapjes aan te passen. Het doel van de behandeling is dat je klachtenvrij bent of – als dat niet lukt – dat je jezelf zo optimaal mogelijk voelt. Dit staat ook zo in de richtlijnen. Een goede samenwerking tussen arts/praktijkondersteuner en patiënt is daarbij van groot belang. De behandelaar heeft immers medische kennis, maar jij hebt informatie over je gevoel, lijf en leden.
Meer informatie
Voor meer betrouwbare informatie kun je terecht op www.schildklier.nl, de website van patiëntenorganisatie Schildklier Organisatie Nederland. Zij biedt informatie, contact- en informatiebijeenkomsten, besloten Facebookgroepen en de Schildkliertelefoon voor vragen en een luisterend oor. De stichting stimuleert (wetenschappelijk) onderzoek en behartigt de belangen van alle schildklierpatiënten in Nederland.