Een betere gezondheid begint… binnenskamers! Want als je binnenmilieu in je woning of op je werk niet goed is, kan dat je welzijn negatief beïnvloeden. Twee binnenmilieudeskundigen en een longarts vertellen.
Ziekmakers die zich in je woning of op kantoor schuilhouden? Jazeker, dat kan. Schimmel, vocht en geurtjes hebben namelijk invloed op een woning of pand én onze gezondheid. Evenals tocht, geurtjes, luchtjes en andere stoffen. Strooming trekt hiertegen ten strijde. “Onder binnenmilieu verstaan we alle fysische, chemische en biologische factoren die van invloed zijn op de gezondheid en het welzijn van gebruikers van een ruimte”, verklaart Dennis van Steenis van Strooming. “Dus naast zaken als temperatuur, wind en luchtvochtigheid ook de aanwezigheid van bijvoorbeeld CO2, koolstofmonoxide en andere stoffen. En hoe dit alles invloed heeft op onze leefomgeving, dan wel op de mens.”
Slechte lucht, slechte longen?
Maar wat doen dergelijke stoffen dan met ons? Hoe beïnvloedt een slecht binnenmilieu bijvoorbeeld onze longen, dan wel het algemene welzijn? “Alle lucht die je inademt, dient schoon te zijn”, licht longarts dr. Leon van den Toorn toe. “Maar alles wat maar een beetje stoffig is, kan al effect op je longen hebben. Als iemand continu verkouden is, zou het kunnen zijn dat de oorzaak vanuit het pand of de woning komt. Bovendien kunnen vocht- en schimmelvorming veel gezondheidsproblemen geven. Zeker als je al astmatisch bent of andere luchtwegproblemen hebt.”
De longarts hamert verder op de schade aan de luchtwegen en longen door de aanwezigheid van fijnstof in woningen, panden en bedrijven. Dit is een verzamelnaam voor uiteenlopende deeltjes die door de lucht zweven. “Hoe kleiner deze deeltjes, hoe dieper het in je luchtwegen komt en uiteindelijk zelfs in je bloed terecht kan komen. Met als gevolg mogelijk hart- en vaatziekten. En uiteindelijk een lagere levensverwachting.”
Fijnstof is geen fijn stof
Fijnstof is dus iets om in de gaten te houden. Kennis daarover is essentieel, meent Dennis van Steenis van Strooming. “Iedereen weet dat asbest gevaarlijk is. Maar fijnstof? Dan kijkt men je vaak gek aan. Terwijl die stoffen ook in je woning voorkomen. Denk aan het stro voor huisdieren, koken op gas en het gebruik van houtkachels. Ook ademen veel mensen fijnstof in tijdens hun werk, bijvoorbeeld in een houtzagerij, bij het lassen of werken langs de snelweg. Iets om alert op te zijn. Want het stelselmatig inademen van fijnstof kan soms net zo schadelijk zijn als roken. Iets om serieus te nemen dus. En niet alleen voor bewoners en huurders. Zeker ook kantoren met grote hoeveelheden mensen op kantoor en las-metaalbewerkingsbedrijven. We helpen ook hen graag bij een beter binnenmilieu.”
Ventileren kun je leren
Grote vraag is natuurlijk: wat kun je doen voor een beter binnenmilieu? “Naast het volgen van de basisregels (zie kader – red.), gaat het erom dat je weet hoe je huis werkt en je je gedrag daarop afstemt”, meent Michel Melis van Strooming. “Veel oude huurwoningen in de steden hebben een badkamer zonder raam. Dan is er beperkte ventilatie mogelijk. En is het belangrijk om niet te lang en niet te warm te douchen. Dit vanwege de stoom die tijdens het douchen vrijkomt. Heb je een nieuwbouwwoning? Ondanks dat nieuwe huizen vaak beter geïsoleerd zijn, kunnen er alsnog issues zijn om vocht uit de woning te krijgen. Dus ook zul je iets aan je binnenklimaat moeten doen.”
Het allerbelangrijkste? Ventileren – en dan wel op de juiste manier, aldus Strooming-collega Van Steenis. “En dat betekent niet het hele jaar door de hele dag je ramen open laten staan. Want als het buiten vochtig is, dan komt vocht van buiten juist je huis binnen. Het is beter om dagelijks de ramen voor een uurtje tegen elkaar open te zetten. Zo kunnen alle afval- en schadelijke stoffen je huis uit – en gezonde, frisse lucht juist weer de woning in. En houd je het binnen buitengewoon goed!”
Basisregels voor een beter binnenmilieu
1. Zet ramen dagelijks een uurtje tegen elkaar open.
2. Zorg dat alle meubels iets van de muur staan.
3. Zet ventilatieboxen van ramen geregeld open.
4. Houd de temperatuur in de woning stabiel, ook tijdens de koudere maanden.
5. Zet de afzuigkap aan tijdens het koken en laat deze daarna nog een halfuurtje aanstaan.
6. Houd de badkamer goed schoon en maak deze droog na gebruik en goed ventileren.
7. Wees terughoudend met het gebruik van een open haard.