Skip to main content
Home » Clinical Trials » Werk aan de winkel: nationaal actieplan voor beter en sneller klinisch onderzoek 
Clinical Trials

Werk aan de winkel: nationaal actieplan voor beter en sneller klinisch onderzoek 

 Hoe blijft Nederland aantrekkelijk als onderzoeksland? Een nationaal actieplan moet uitkomst bieden. De Dutch Clinical Research Foundation (DCRF) licht toe. “Het opstarten van klinisch onderzoek kan en mag echt sneller.” 

Wat doet de Dutch Clinical Research Foundation (DCRF)? 

“Wij zijn een stichting die partijen verbindt die medisch- wetenschappelijk onderzoek met mensen uitvoeren”, vertelt Bart Scheerder, DRCF-voorzitter en werkzaam bij het UMCG. “Dit zodat waardevolle kennis en wetenschap zo snel mogelijk ten goede komt aan patiënten. Om dit te bereiken, wordt samengewerkt met verschillende veldpartijen. Denk aan universitaire medische centra, topklinische opleidingsziekenhuizen, farmaceutische bedrijven, wetenschappers en de overheid.” 

Waarom is medisch-wetenschappelijk onderzoek met patiënten zo belangrijk? 

“Onderzoek is noodzakelijk om vooruit te komen in de geneeskunde. Het is echt de basis van goede zorg. Zonder clinical trials geen nieuwe geneesmiddelen en geen bewezen effectieve en veilige behandelingen”, stelt Saskia de Wildt. Zij is hoogleraar Klinische Farmacologie aan het Radboudumc en vertegenwoordiger van het Platform Onderzoeksnetwerken Nederland binnen de DCRF. “Alleen zijn clinical trials in de praktijk ook erg duur, complex én uitdagend.” 

Hoe komt het dat clinical trials vaak complex zijn? 

Saskia de Wildt: “Omdat de veiligheid van deelnemers moet worden gewaarborgd en de kwaliteit van het onderzoek hoog dient te zijn. Daarbij komt dat zowel de Nederlandse als Europese overheid veel eisen stellen aan klinisch onderzoek. Ook zijn er veel verschillende betrokken partijen, die uiteenlopende belangen hebben.” 

Waar kunnen stappen worden gemaakt? 

Bart Scheerder: “In een recente studie binnen Europa staan we in de top drie. Een mooie score, maar dat kan altijd beter. Daarom hebben we als DRCF deze maand een nationaal actieplan gelanceerd. Waar kunnen we als veld gezamenlijk onze schouders onder zetten? Door regelgeving, omslachtige procedures en bureaucratische rompslomp kost het indienen van onderzoeksvoorstellen en het betrekken van centra nu vaak erg veel tijd. Tijd die voor veel mensen met een progressieve ziekte zoals ALS een wereld van verschil kan maken.” 
Saskia de Wildt: “Door die trage opstarttijden gebeurt het nog wel eens dat het budget is opgeraakt voordat een trial is afgerond. En moet er worden gestopt met het onderzoek. Dat is erg zonde en ook maatschappelijk gezien onwenselijk. We moeten bewust omgaan met patiënten en met publieke middelen.” 

Bart Scheerder: “Het opstarten van klinisch onderzoek kan en mag dus echt sneller. Ons streven is om van 200 dagen opstarttijd naar 50 dagen te gaan.” 

Er kan pas écht een verschil worden gemaakt als alle betrokken partijen georganiseerder samenwerken
 

Bart Scheerder

Wat is de rol van patiënten in dit actieplan? 

Bart Scheerder: “We willen hen veel meer als partner bij klinisch onderzoek betrekken. Want uiteindelijk zijn zij het lijdend voorwerp. Het is belangrijk om goed te kijken naar wat wenselijk is qua onderzoek voor hen. Daarbij hoort ook meer toegankelijke patiëntinformatie en heldere communicatie. Zodat alle groepen uit de Nederlandse samenleving deel kunnen nemen aan klinisch onderzoek.” 

Welke punten zijn nog meer belangrijk? 

Bart Scheerder: “Een betere samenwerking en een georganiseerde werkwijze creëren met de verschillende betrokken partijen. Een arts of onderzoeker kan nog zo goed zijn, er kan pas écht een verschil worden gemaakt als iedereen optimaal samenwerkt. Door netwerken met onderzoekers te vormen wordt er meer expertise in huis gehaald. Als wetenschappers en andere betrokkenen herhaaldelijk samenwerken, hoeft men niet telkens per ‘eilandje’ opnieuw het wiel uit te vinden. Dat scheelt een hoop tijd en geld!” 

Wat willen jullie patiënten meegeven?  

Saskia de Wildt: “Weet dat er mogelijkheden zijn om meer betrokken te raken bij de opzet van klinisch onderzoek. Via EUPATI kun je zelfs een opleiding doen tot patiëntenadviseur. Zo kun je ook als patiënt een steentje bijdragen aan een toekomst met betere zorg.” ” 

Next article