Hartpatiënten zijn zeer gebaat bij een relatief nieuwe implanteerbare defibrillator (ICD). De EV-ICD is kleiner, veiliger en veelzijdiger dan oudere modellen en patiënten lopen er tevreden mee rond.
ICD’s redden levens. Ze bewaken het hart en geven pijnloze elektrische signalen af (zogenoemde anti-tachy pacing, ATP) om gevaarlijke hartritmes te corrigeren. Als dat niet werkt, kan de ICD ook een schok afgeven (defibrillatie). Het apparaatje wordt traditioneel onder het sleutelbeen geplaatst en via draden door bloedvaten met het hart verbonden.
‘Het nadeel van de plaatsing in de bloedvaten en het hart is dat de draden erin vastgroeien’, vertelt Jurren van Opstal, cardioloog in ziekenhuis MST Enschede. ‘Wanneer we de draden moeten verwijderen, bijvoorbeeld vanwege een infectie of een defect, is dat een moeilijke en potentieel gevaarlijke procedure.’
Om dit probleem te omzeilen, kwam in 2008 de zogenoemde subcutane ICD (S-ICD) op de markt. Die maakt geen contact met het hart, maar wordt onderhuids op het borstbeen geplaatst. Deze ICD heeft zijn eigen nadelen. Hij is groter (vanwege de grotere afstand naar het hart) en kan het gevaarlijke hartritme alleen corrigeren door het geven van een schok. De S-ICD heeft dus niet de optie om pijnloze elektrische signalen af te geven om het gevaarlijke hartrtime te corrigeren (ATP). Bovendien kunnen de nabije spieren, bij het samentrekken en ontspannen, signalen afgeven die de S-ICD onterecht als hartritmestoornis registreert.
Voordelen van de EV-ICD
Een relatief nieuwe optie is de extravasculaire ICD (EV-ICD), waarmee ook cardioloog Van Opstal werkt in Enschede. ‘De elektrode van de EV-ICD gaat achter het borstbeen op het hart’, zegt hij. ‘Het is een kleiner kastje en de geleidingsdraad loopt niet door een bloedvat, waardoor de ICD gemakkelijk te verwijderen is. Recent onderzoek heeft al aangetoond dat de EV-ICD veilig en effectief is, mede doordat deze zowel de ritmecorrectie als de schok kan toepassen.’
De EV-ICD is bedoeld voor mensen die een hartstilstand hebben gehad door een ritmestoornis, hartfalen hebben, of door een ritmestoornis risico lopen op een hartstilstand. Zij hebben het apparaatje dus nodig om de levensreddende functie; deze patiënten hebben geen zogeheten pacing-indicatie, waarbij de ICD ook de functie als pacemaker hanteert. De EV-ICD is niet geschikt voor mensen die eerder een open-hartoperatie hebben gehad; het gebied onder het borstbeen moet onaangetast zijn.
Klein sneetje
Bij het plaatsen van de ICD moet een hartchirurg beschikbaar zijn en daarom vindt de procedure plaats in een hartcentrum. Op dit moment zijn er tien hartcentra in Nederland die EV-ICD’s inbrengen en dat aantal groeit.
Voor de ingreep gaat de patiënt eerst onder narcose. De cardioloog maakt vervolgens een klein sneetje in de huid, ter hoogte van waar de onderkant van het borstbeen eindigt. Door middel van een tunnelaar wordt de elektrode onder het borstbeen gebracht. Die wordt over het hart geplaatst, zodat de elektrode de elektrische signalen daarvan kan meten.
Na de succesvolle afronding hiervan gaat de cardioloog door naar de volgende stap. Daarbij voert hij of zij de geleidingsdraad via de tunnelaar naar de linkerkant van de borstwand. Daar komt de ICD onderhuids te zitten. Eenmaal in werking komen de signalen van de hartactie via de elektrode bij de ICD aan. Die komt in actie zodra er iets aan de hand is: kortstondig pacen om het ritme te corrigeren (ATP), of defibrilleren bij een (dreigende) hartstilstand door een gevaarlijke ritmestoornis.
Positieve ervaringen
Niet alleen medisch specialisten zijn enthousiast over de extravasculaire ICD; de patiënten zelf lopen er tevreden mee rond. ‘Ik heb de EV-ICD tot nu toe bij acht patiënten geplaatst, allemaal zonder problemen en met goede resultaten’, vertelt Van Opstal. ‘Na afloop van de operatie melden mensen wel wat pijn, maar die is goed te onderdrukken met medicatie.’
Volgens Van Opstal zijn de ervaringen van zijn patiënten in alle gevallen positief. ‘Ze zijn tevreden, het is hun allemaal meegevallen, zowel qua pijn als cosmetisch. In tegenstelling tot de S-ICD zie je hier bijna niets van. Na een half jaar heeft nog geen van de ICD’s een schok moeten geven. Wanneer dat moment komt, weten we dat het kastje zijn werk zal doen.’
Omdat de draad bij de EV-ICD dichterbij het hart ligt, is er minder energie nodig om een schok toe te dienen in vergelijking met de S-ICD. Hierdoor heeft de EV-ICD een 60% langere verwachte levensduur (11.7 jaar).
Meer informatie
Meer informatie over de EV-ICD is te lezen op de website van fabrikant Medtronic
Jurren van Opstal
Cardioloog
MST Enschede