Er gebeurt veel omtrent prostaatkanker. De ontwikkelingen blijven zich maar opvolgen. Lees hier het verhaal van drie experts over de nieuwe richtlijnen, nieuwe operatiemogelijkheden en diagnose.
Behandeling volgens richtlijn
De behandelmogelijkheden voor prostaatkanker zijn beschreven in een medische richtlijn. In april 2014 verscheen een nieuwe versie van die richtlijn en momenteel wordt gewerkt aan alweer een update, aan de hand van de nieuwste wetenschappelijke studieresultaten.
Als prostaatkanker is vastgesteld, wordt eerst nagegaan of de ziekte zich al dan niet heeft verspreid naar andere delen van het lichaam. Ook wordt bepaald hoeveel risico de patiënt loopt door de ziekte. “Meestal is dat risico laag”, vertelt prof. Theo de Reijke, uroloog in het AMC in Amsterdam. “Dankzij het feit dat de awareness over prostaatkanker is toegenomen, wordt prostaatkanker meestal in een vroeg stadium vastgesteld. Dan is het de vraag of behandeling meteen nodig is. Dat zou kunnen leiden tot overbehandeling, onnodige kosten en onnodige belasting voor de patiënt.”
Kapitein
De behandelend specialist van patiënten met prostaatkanker is in eerste instantie de uroloog. Maar de behandeling en begeleiding van de patiënt gebeurt, eveneens volgens de richtlijn, altijd door een team met meerdere specialismen, oftewel multidisciplinair. In dat team zitten ook bijvoorbeeld een oncoloog en een radiotherapeut. “De uroloog is als het ware de kapitein op dat schip”, aldus De Reijke.
Alle behandelmogelijkheden worden besproken met de patiënt, die met het advies van de specialist de uiteindelijke beslissing neemt over de behandeling. “Je bespreekt in het hele traject steeds de opties met de patiënt”, zegt De Reijke. “De patiënt is leidend in het geheel. Maar het is niet altijd makkelijk om een keuze te maken. Daarom zijn we bezig om methoden te ontwikkelen om de patiënt daarbij te helpen.”
Precies opereren met Da Vinci Robot
De Da Vinci Robot is een modern apparaat waarmee een uroloog heel nauwkeurig kan opereren. Uroloog dr. Jean-Paul van Basten van CWZ (Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis) in Nijmegen gebruikt het apparaat bij prostaatoperaties.
De ‘robot’ doet niets uit zichzelf, maar wordt bestuurd door de uroloog. “Ik zit in een soort koepel en opereer met joysticks, op een paar meter afstand van de patiënt. De operatie-assistent staat aan de tafel bij de patiënt”, legt Van Basten uit. “Via een speciale camera kan ik driedimensionaal uitvergroot zien wat ik doe. Ik beweeg de joysticks en het apparaat zet dat om in kleinere bewegingen. Zo is het mogelijk om heel fijn te opereren en weefsels zoals zenuwen en bloedvaten te sparen. Hierdoor is de kans op bijwerkingen als incontinentie en impotentie minimaal.”
Ontspannen
Van Basten noemt als groot pluspunt voor zichzelf dat hij tijdens de operatie rustig kan zitten. “Ik ben ontspannen en geconcentreerd en kijk via de camera direct in de buikholte van de patiënt. De operatie gebeurt minimaal invasief (door kleine gaatjes), dus er is geen grote operatiewond. Na een prostaatoperatie kan de patient na gemiddeld twee dagen al naar huis en kan beginnen met de revalidatie.”
Volgens Van Basten zijn er nu 19 Da Vinci systemen in Nederland, waarmee naar schatting vijftienhonderd prostaatoperaties per jaar worden gedaan. De robot is te gebruiken voor operaties in moeilijk toegankelijke lichaamsdelen, zoals de borstholte en het bekken, en daarmee geschikt om operaties te verrichten aan prostaat, blaas, endeldarm, de longen, het hart en de slokdarm. Van Basten denkt dat robotchirurgie de toekomst heeft. “Het is niet duidelijk of je hiermee ook beter de kanker bestrijdt. Dat wordt nog onderzocht, maar voor behoud van de kwaliteit van leven van de patiënt is deze techniek in ieder geval van grote waarde.”
MRI brengt prostaat nauwkeurig in beeld
Beeldvormende technieken, met name MRI, worden steeds belangrijker bij de vroege diagnostiek van prostaatkanker en het volgen van een behandeling. Radioloog prof. Jelle Barentsz van het Radboudumc in Nijmegen legt uit waarom.
De techniek rond MRI (Magnetic Resonance Imaging) ontwikkelt zich steeds verder, vertelt Barentsz. “Vergelijk het met navigatie in je auto: je krijgt niet alleen een kaart te zien met de wegen, maar je ziet nu ook waar de files staan. Zo kunnen we tegenwoordig een heel nauwkeurig beeld krijgen van de prostaat. We kunnen niet alleen bepalen òf er een tumor is, maar ook waar die zich bevindt, hoe agressief die is en hoe ver die zich uitbreidt. Al die informatie is belangrijk om te bepalen welke behandeling nodig is. Zo’n MRI is een onderzoek van nog geen half uur.”
Goed zichtbaar
Nu wordt de diagnose gesteld op basis van een verhoogde waarde van het Prostaat Specifieke Antigeen (PSA) en het wegnemen en onderzoeken van stukjes weefsel (biopten) uit de prostaat. “Maar”, zegt Barentsz daarover, “PSA is geen betrouwbare maat. En met biopten weet je nooit zeker of je de tumorcellen te pakken hebt. De diagnostiek is dus voor verbetering vatbaar.”
Met de speciale MRI wordt goed zichtbaar waar een agressieve tumor zich bevindt in de prostaat. Er kunnen veel gerichter biopten worden genomen, wat een betere diagnose geeft. En ook belangrijk: deze methode vindt alleen agressieve tumoren. Dat onderscheid is belangrijk, verklaart Barentsz. “Vaak is prostaatkanker niet agressief. Dan is behandeling niet nodig. Deze mannen wil je liever de diagnose onthouden. Met MRI zie je precies de kankers die wèl behandeld moeten worden. Dat is een belangrijk pluspunt.”