ADHD en de weg naar diagnose: hoe zit dat? Geldt hoe vroeger, hoe beter? Psychiater en kinder- en jeugdpsychiater Louise Smallenburg, werkzaam in de kinder- en jeugdpsychiatrie en forensische psychiatrie, geeft antwoord.
Hoe komt een ADHD-diagnose tot stand?
“In grote lijnen is het bij volwassenen en kinderen hetzelfde. De diagnostiek wordt gebaseerd op informatie van de persoon in kwestie, maar óók op die van mensen uit de omgeving. Zoals een partner en in geval van een kind de ouders en leerkrachten. Er vindt een gesprek plaats en vaak ook een gestructureerd klinisch interview. Daarbij wordt altijd het grotere plaatje meegenomen. Wat speelt er nog meer bij de patiënt? Er wordt vrijwel nooit alleen op ADHD onderzocht.”
Hoe belangrijk is de juiste diagnose?
“Het is vooral belangrijk dat het complete plaatje qua problematiek in beeld wordt gebracht. Zo kan het gebeuren dat er zaken verweven zijn. Bijvoorbeeld dat er sprake is van een autismespectrumstoornis én ADHD. Of een kind presenteert zich met ADHD-kenmerken, maar bij nader onderzoek blijkt er ook sprake te zijn van hechtingsproblematiek of PTSS. Ook bij volwassenen met ADHD-kenmerken zien we veel bijkomende problemen, denk aan verslavingen of een verstandelijke beperking. En iemand die psychotisch is, behandelen we eerst met medicatie om de psychotische belevingen te verminderen. Kortom: het kán dat er meerdere diagnoses gesteld worden, maar daarbij wordt altijd gekeken wat het meest urgent is. En waar als eerste iets mee gedaan moet worden.”
Het is vooral belangrijk dat het complete plaatje qua problematiek in beeld wordt gebracht
Een ADHD-diagnose is dus niet zo zwart-wit?
“Precies. Het kan zelfs zo zijn dat een diagnose wordt uitgesteld, omdat andere problemen op dat moment zwaarder wegen. Dat gezegd hebbende: bij een uitgebreide en volledige diagnostiek kan de behandeling van ADHD gerichter worden vormgeven.”
Wat voor rol speelt leeftijd bij de diagnose van ADHD? Geldt hoe eerder, hoe beter?
“Met een vroegtijdige diagnose kun je de ontwikkeling van een kind positief stimuleren, zowel op school als bijvoorbeeld in het contact met vriendjes. Een kanttekening daarbij: diagnoses zijn niet altijd zo scherp te scheiden. Zo blijkt uit onderzoek dat bij schizofrenie zo’n zeventien procent van de patiënten in hun kindertijd ADHD-symptomen heeft. Het is dan ook belangrijk om een behandeling te evalueren en kritisch te blijven op in het verleden verrichte diagnostiek. Plus waar nodig nader onderzoek te blijven doen.”
Wat gebeurt er wanneer de diagnose uitblijft?
“Regelmatig hoor ik van volwassenen die op latere leeftijd de diagnose ADHD krijgen: had ik dit maar eerder geweten, want dan waren me veel moeilijkheden bespaard gebleven. En dat niet alleen. Begrijpen waarom je soms doet zoals je doet, kan al rust geven. Iets wat ik zonder meer meeneem in de diagnostiek bij kinderen en jongeren.”