Barbecueën is leuk en iedereen kan het! Julius Jaspers, chef-kok en auteur van inmiddels zestien kookboeken, is een groot fan. Die liefde voor barbecueën begon 23 jaar geleden toen zijn huis werd verbouwd.
“Mijn vrouw en ik hebben toen samen met onze twee kinderen negen maanden in een pipowagen gewoond. Er was een ienieminie keukentje maar onderaan het trappetje stond een grote barbecue. Uiteindelijk heb ik iedere dag buiten staan grillen. Zelfs met de winterjas in de sneeuw vond ik het fantastisch.”
Tien tips van de BBQ-master:
- Gas of kolen?
“Ik roep altijd ‘echte kerels barbecueën op kolen’, maar dat is geen heilig moeten. Met gas kun je bijvoorbeeld het vuur makkelijker temperen of opstoken. Met kolen heb je weer meer smaakoverdracht. Kies wat voor jou het beste werkt.”
- Koop een goede barbecue
“Koop je een barbecue met een klep dan moet die klep goed sluiten. Heb je een barbecue met gaatjes voor de luchttoevoer, controleer dan of de gaatjes aan de boven- en onderkant voldoende groot zijn en niet makkelijk verstopt raken.”
- Kies goede producten
“Goede ingrediënten zijn bepalend voor je succes. Kies voor verse producten van de slager, de visboer en de groenteman.”
- Beheers je vuur
“Als de vlammen oplaaien, verbrandt je vlees, je vis en je groente. Maak het vuur niet te hoog en gebruik niet te veel olie of vet. Om verbranden te voorkomen, kun je een heat divider plaatsen. Dat is een plaat die je tussen de kolen en het rooster legt.”
- Houd het eenvoudig
“Maak twee dingen waar je ruim de tijd voor kunt nemen. Maak bijvoorbeeld eerst procureur. Dat heeft een paar uur nodig op 110 tot 120 graden. Stook daarna de barbecue op en maak iets wat snel gaar is. Op die manier kun je twee dingen tegelijk op tafel zetten en zelf ook van het eten en het gezelschap genieten.”
- Laat de barbecue met rust
“De grootste fout die je kunt maken, is iedere paar minuten die klep opendoen om te kijken hoe het gaat. Je vuur wordt daardoor steeds heter en hoger. Heb je iets dat een paar uur moet garen, draai dan eens per half uur je vlees een kwartslag en blijf er verder af.”
- Prik niet in je vlees
“Een steak tig keer omdraaien en daarbij ook nog een vork gebruiken zodat al het vocht eruit loopt, is niet handig. Als je moet draaien, gebruik dan een tang.”
- Neem je tijd
“Liever een half uur langer wachten op een mooi stukje vlees of vis dan iets wat nog niet gaar is op een bord leggen. Schenk nog een glaasje in, maak nog een praatje. Barbecueën kost tijd.”
- Meten is weten
“Je ziet veel mensen op het vlees drukken om te kijken of het gaar is. Beter is het om een goede digitale kernthermometer te gebruiken. Door de kerntemperatuur te meten, weet je precies of iets gaar is.”
- Relax
“Als je gasten krijgt, ga dan niet experimenteren. Oefen van tevoren een paar keer, dan voel je je veel zekerder. Iedereen kan barbecueën. Het is een kwestie van proberen en leren. Het belangrijkste is dat je plezier hebt. Maak er vooral een feestje van!”