Skip to main content
Home » Epilepsie » Leven met epilepsie: steeds meer opties voor een betere kwaliteit van leven
Epilepsie

Leven met epilepsie: steeds meer opties voor een betere kwaliteit van leven

Epilepsie is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen. Volgens de World Health Organisation leven wereldwijd 50 miljoen mensen met epilepsie. Prof. Dr. Paul Boon, professor neuromodulatie aan de Technische Universiteit in Eindhoven, geeft meer uitleg over de aandoening, de impact ervan op het dagelijkse leven en de behandelopties.

Prof. Dr. Paul Boon

Professor Neuromodulatie aan de Technische Universiteit Eindhoven

Neuroloog UZ Gent
Voormalig-President European Academy of Neurology (EAN)
Chair Brain Health Mission 

Epilepsie: wat en wanneer?

“Epilepsie ontstaat door een elektrofysiologische stoornis in de hersenschors,” zegt Prof. Dr. Boon. “Je kan het vergelijken met een kortsluiting: plots is er te veel elektrische activiteit in een bepaald gebied van de hersenen of in het hele brein tegelijk.” Dat leidt tot spontane aanvallen met symptomen zoals bewustzijnsverlies, motorische verstoringen of gedragsveranderingen.

Epilepsie komt het vaakst voor bij baby’s in hun eerste levensjaar en bij 50-plussers. “Bij jonge kinderen heeft dit te maken met een nog onvolgroeid brein, terwijl bij ouderen neurodegeneratieve aandoeningen zoals dementie of beroertes een rol spelen,” aldus Prof. Dr. Boon.

Grote impact op levenskwaliteit

Epilepsie heeft vergaande gevolgen voor patiënten. “Een van de grootste uitdagingen is dat je met actieve epilepsie niet mag autorijden. Pas na een jaar aanvalsvrijheid kan je opnieuw je rijbewijs verkrijgen,” zegt Prof. Boon. “Dit heeft een grote impact, zeker op jongvolwassenen.” Daarnaast ervaren patiënten vaak stigmatisering en problemen op de arbeidsmarkt.

Diagnose op basis van meerdere criteria

“De diagnose wordt gesteld bij minimaal twee aanvallen. Maar als een EEG of een hersenletsel wijst op een verhoogd risico, kan de diagnose soms sneller gebeuren. Een goede anamnese is cruciaal,” stelt Prof. Dr. Boon. “We baseren ons op het verhaal van de patiënt en ooggetuigen. Daarnaast gebruiken we een EEG en een hersenscan.”

Groeiend arsenaal aan behandelopties

Epilepsie wordt meestal behandeld met medicijnen. “Na de eerste medicatiepoging is meer dan 50% aanvalsvrij. Bij een tweede poging stijgt dat tot twee derde,” aldus Prof. Dr. Boon. “Voor de resterende groep zijn epilepsiechirurgie en neurostimulatie opties.”

De behandelingen tegen epilepsie zijn sterk geëvolueerd. “Er zijn vandaag meer dan 20 actieve anti-aanvalsmiddelen op de markt, en dat aantal blijft groeien,” vertelt Prof. Dr. Boon. Dit creëert nieuwe behandelmogelijkheden om tot aanvalsvrijheid te komen. Toch blijven sommigen moeilijk behandelbaar. “Daarom wordt er ook onderzoek gedaan naar alternatieve therapieën, zoals diëten en nieuwe vormen van neuromodulatie. Zulk onderzoek is essentieel om de levenskwaliteit van patiënten verder te kunnen verbeteren.”

Wist je dat?

“Purple Day”, op 26 maart, staat wereldwijd in het teken van Epilepsie Awareness. Deze dag heeft als doel om de bewustwording rondom epilepsie te vergroten en mensen te informeren over de aandoening.

GETUIGENIS

Epilepsie: nieuwe behandelingen die

de levenskwaliteit verbeteren

Met de juiste behandeling kunnen we epilepsie onder controle houden. Getuigenis van een patiënte.

Bij Carole V. werd voor het eerst epilepsie vastgesteld in de adolescentie: “Ik kreeg mijn eerste aanvallen toen ik 17 jaar oud was. Ik heb toen twee of drie jaar lang een anti-epilepticum ingenomen, en heb daarna 30 jaar geen aanvallen meer gekregen. Ik dacht dat ik er voorgoed van verlost was, maar 30 jaar later kreeg ik opnieuw aanvallen, in een periode van acute stress door een familiale crisis.”

Carole V. legt uit dat epilepsie altijd gevolgen heeft in het dagelijkse leven:  “Toen ik 17 jaar was, kreeg ik de raad om geen alcohol te drinken en discotheken met stroboscopen te vermijden. Er werd me ook aangeraden om nooit in bad te gaan zonder dat er iemand in de buurt was die me indien nodig kon helpen, en om bijvoorbeeld niet alleen in het midden van een meer te gaan zwemmen, en altijd een redder te waarschuwen als ik naar het zwembad ging.”

Sinds de aanvallen teruggekeerd zijn, heeft Carole V. haar levensstijl opnieuw moeten aanpassen: “Ik drink al 5 jaar geen druppel alcohol meer. Overigens ben ik al een jaar met pensioen, omdat ik met mijn epilepsie niet meer kon werken als lerares. In een situatie als de mijne is het immers erg moeilijk om in een schoolomgeving de nodige aanpassingen door te voeren. En de geneesmiddelen voorkomen wel dat ik een aanval krijg, maar ze maken me mentaal trager.”

Nu heeft Carole V. echter een nieuwe behandeling die haar dagelijkse leven aanzienlijk verbeterd heeft: “Ik heb nu veel minder stress en voel niet altijd die angst om een aanval te krijgen. Ik mag opnieuw met de auto rijden en kan me weer zelfstandig verplaatsen. En minder aanvallen hebben heeft ook een zeer positieve invloed op de hersenactiviteit.”

Dit artikel kwam tot stand met de steun van Angelini Pharma

INS-NLDU-015

Next article