Jaarlijks zien specialisten van MST 3.500 mensen met boezemfibrilleren en voeren zij zo’n 350 ablaties uit. Cardioloog Scholten vertelt over deze hartritmestoornis.
dr. M. Scholten
Cardioloog
dr. M. Scholten
Cardioloog
Scholten: “Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland. De behandeling is spectaculair verbeterd. Ook zien we een toename in het aantal mensen met hart- en vaatziekten, waaronder boezemfibrilleren. We zijn tegenwoordig beter in staat om mensen met hartziekten te behandelen en langer te laten leven. Ook is de welvaart schuldig. Hoge bloeddruk, overgewicht en weinig bewegen zijn allemaal risicofactoren. Gezond leven is de beste manier om boezemfibrilleren te voorkomen.”
Wat is boezemfibrilleren?
Scholten: “Bij boezemfibrilleren klopt het hart onregelmatig en vaak te snel, zo’n 150 tot 200 slagen per minuut. In plaats van de normale elektrische prikkel vanuit de sinusknoop ontstaan er bij boezemfibrilleren elektrische prikkels op andere plaatsen in de boezems. Vaak ontstaan ze op de plaats waar de longaders uitmonden in de boezem. Dit kan leiden tot een chaos van kleine elektrische stroompjes die tegelijk actief zijn in de boezemwand.”
Is het gevaarlijk?
Scholten: “Ja en nee. Boezemfibrilleren is niet direct levensbedreigend, maar er kunnen complicaties optreden. Het grootste risico is dat er bloedstolsels in de boezems ontstaan die op andere plaatsen een bloedvat kunnen afsluiten. Dat kan een infarct veroorzaken. Het is dus belangrijk om klachten serieus te nemen.”
Wanneer schakel je de huisarts in?
Scholten: “Soms duurt een aanval een paar minuten, soms een dag. In de loop van de tijd komen de aanvallen vaker terug en kan het chronisch worden. Tijdens boezemfibrilleren kun je last krijgen van een onregelmatige hartslag, transpireren, duizeligheid, kortademigheid, vermoeidheid en pijn in de borst. Herken je deze klachten, ga dan naar de huisarts.”
Wat kunnen mensen verwachten als ze over de drempel stappen bij MST?
Scholten: “We maken eerst een hartfilmpje. Daarna doen we onderzoek naar onderliggende oorzaken. We nemen bloed af om de werking van de schildklier te controleren, maken een echo voor eventuele klepgebreken, doen een fietstest vanwege mogelijke verstopte of vernauwde kransslagaders en kijken naar bloeddruk en gewicht.
Vervolgens stellen we een behandelplan op dat kan bestaan uit diverse soorten medicatie, antistollingsmedicijnen of behandelingen als ablatie. Behandeling is erop gericht om extra schade aan het hart te voorkomen.”
Wat gebeurt er bij ablatie?
Scholten: “Ablatie is een techniek waarbij we kleine littekens in het hart maken. Littekenweefsel geleidt geen elektrische prikkels, dus verkeerde prikkels worden geblokkeerd. Tijdens een ablatie maken we met catheters (dunne buigzame slangen) cirkels van littekenweefsel rondom de longaders. Abnormale prikkels die boezemfibrilleren veroorzaken, ontstaan meestal in deze longaders. De klachten verdwijnen bijna altijd volledig na deze behandeling. Of je nog medicijnen moet slikken, hangt af van de situatie.”
En de kwaliteit van leven?
Scholten: “Boezemfibrilleren hoeft geen tot weinig invloed te hebben op de kwaliteit van leven, mits de schade aan het hart meevalt en eventueel medicijnen of antistollingsmedicijnen worden geslikt of een ablatie-behandeling wordt uitgevoerd.”