Maar liefst 73% van alle patiënten die in een verpleeghuis verblijft na een beroerte of een andere vorm van neurologisch letsel, heeft spasticiteit. Maar wat ís dat precies? En, nog belangrijker: hoe wordt het herkend en behandeld?
Monica van Eijk is specialist op het gebied van ouderengeneeskunde en heeft het tot haar missie gemaakt om meer bekendheid te geven aan het onderwerp spasticiteit. Dat is, in het kort, een symptoom waarbij de spieren voortdurend aangespannen blijven.
“Een beroerte, MS of Alzheimer; er zijn verschillende aandoeningen die het centraal zenuwstelsel beschadigen. Spasticiteit is daar één van de gevolgen van. Omdat deze problemen veelal voorkomen bij ouderen, zie je daar ook de meeste gevallen van spasticiteit. Maar ook jongere mensen kunnen hiermee te maken krijgen, bijvoorbeeld bij ernstig trauma na een ongeluk”, legt van Eijk uit.
Hoe kun je zien of merken dat iemand last heeft van spasticiteit?
“Het komt vaak voor, dus het is belangrijk om erop bedacht te zijn. Patiënten kunnen klagen over pijn of kramp, bijvoorbeeld in hun been of arm. In het begin is er vaak sprake van een hoge trekkracht van spieren, soms met ongecontroleerde bewegingen. Blijft het onbehandeld, dan worden de problemen groter. Mensen slapen slecht, krijgen te maken met functieverlies of ontwikkelen een ‘clinched fist’; een verstijfde vuist zoals je vaker bij ouderen ziet. Vervolgens is het lastiger om diegene te verzorgen. Wondjes ontstaan en het gewricht vergroeit.”
Wat kan er gedaan worden om dit te behandelen?
“Ten eerste moet er gekeken worden of het gaat om problematische spasticiteit die functieverlies oplevert, zoals je hand niet meer kunnen gebruiken. Jongere mensen die zich nog goed bewust zijn van hun lichaam kunnen een stramme hand voorkomen door een paar keer per dag de vingers te strekken. Voor een 75-jarige die net een beroerte heeft gehad is dat lastiger. Spalken helpt bij het oprekken van de spieren. Soms wordt er ook medicatie ingezet om de spieren te laten ontspannen. Als je er op tijd bij bent kun je veel ellende voorkomen met een goede behandeling. De diagnose komt nu vaak te laat.”
Waarom komt de diagnose nu vaak te laat
“Revalidatieartsen zijn hier veelal beter in getraind dan mensen in de ouderenzorg. Daarbij bestaat er zoiets als de ‘disability paradox’. Leeftijd komt met gebreken en pijn hoort daarbij, denken veel ouderen. Ze trekken niet snel aan de bel en verpleeghuizen gaan daar vaak in mee.”
Hoe kan dit verbeterd worden?
“We moeten er alerter op zijn én blijven, bij alle mensen met hersenletsel. Kennis vergroten is belangrijk. Net als onderzoek, zoals specifiek het verband tussen Alzheimer en spasticiteit bekijken. Ook moeten we samenwerken met andere sectoren, zoals revalidatieartsen. Zo kun je elkaar helpen in het herkennen en behandelen van de symptomen.”
Meer informatie
In het najaar is Monica van Eijk betrokken bij een serie webinars voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en revalidatieartsen, met als doel samenwerking bevorderen op het gebied van herkennen en behandelen van spasticiteit.