Het is gezellig om op de fiets met je kind naar buiten te gaan. Maar hoe doe je dat veilig? Fietsexpert Kees Bakker van de Fietsersbond vertelt hierover.
1. Zorg voor een fietszitje waar je kind goed in zit
Tegenwoordig voldoen in Nederland alle zitjes aan de veiligheidsnorm. Ze zijn dus allemaal goed. Controleer voor het wegrijden wel of het zitje goed vastzit. Mocht het zitje onderweg toch losraken van de bagagedrager, dan hebben de meeste zitjes een veiligheidsriempje om het fietsstoeltje vast te houden. Gebruik ook de riempjes en gordels om je kind vast te zetten. Let er ook op dat de voeten van het kind niet tussen de spaken kunnen komen.
2. Het kind voorop of achterop?
Je kind voorop in een zitje is het gezelligst en het makkelijkst. Je kunt dan kletsen met je kind en hebt er goed zicht op. Maar vanaf tweeënhalf à drie jaar wordt het kind te groot en te zwaar om voorop te zitten. Een achterzitje is geschikt totdat kinderen ongeveer 22 kilo wegen. Dan zijn ze gemiddeld zes jaar oud.
3. Maak je fiets geschikt om je kind mee te nemen
Daarvoor zijn er verschillende attributen te koop. Bijvoorbeeldeen aangepast stuur, een zogeheten moederstuur. Daarmee komt het fietsstoeltje een stukje naar voren, wat meer ruimte geeft om op en af te stappen. Ook sturen gaat gemakkelijker. Je kunt ook een dubbele standaard plaatsen waarmee de fiets niet snel omvalt en je je handen vrij hebt voor je kind.
4. Let op de risico’s!
Voetjes tussen de spaken is een van de meest voorkomende ongelukken met kinderen op een fiets. Veel zitjes hebben spaakbescherming. Bij losse zitjes, of als je kind zonder zitje achterop zit, kun je bijvoorbeeld een fietstas plaatsen om de voeten in te doen. Het gebeurt ook regelmatig dat een kind van de fiets valt of samen met de fiets valt. Zet je fiets daarom nooit op de standaard met het kind achterop, want de fiets valt zo om. Of monteer een stevige tweepotige standaard.
5. Blijf rustig tijdens het fietsen
Nederland is over het algemeen veilig voor fietsers, maar het wordt wel steeds drukker op de fietspaden. Neem de ruimte voor jezelf. Beslis zelf wanneer je iemand inhaalt of wanneer iemand jou kan inhalen. Laat je vooral niet opjagen.