Skip to main content
Home » Klinisch onderzoek » Klinische studies: zo gaat het eraan toe in Nederland
klinische studies

Klinische studies: zo gaat het eraan toe in Nederland

Foto: Peter Boer

De wetenschappelijke kennis is er. De infrastructuur ook. Toch kan de positie van Nederland in klinisch onderzoek naar geneesmiddelen verder worden versterkt.  

Bijna een kwart miljoen Nederlanders neemt deel aan klinisch onderzoek (bron: CCMO, 2020). Een belangrijke taak. Hiermee kunnen ze een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van geneesmiddelen of aan een betere kennis van aandoeningen. 

Het aantal klinische trials in eigen land is de laatste jaren toegenomen, blijkt uit gegevens van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG). De brancheorganisatie meent dan ook dat Nederland beschikt over een aantal interessante eigenschappen voor de uitvoering van klinisch onderzoek.  

‘Wereldniveau’  

Zo is de aanwezige wetenschappelijke kennis van wereldniveau, geeft Dineke Amsing aan, manager Toegang & Goed Gebruik Geneesmiddelen bij de VIG. “Op basis van die kennis en met klinisch onderzoek heeft Nederland een belangrijke rol gespeeld bij verschillende innovaties in de behandeling van bepaalde typen kanker, infectieziekten, auto-immuunaandoeningen en, meer recent, de totstandkoming van Covid-19-vaccins. In ziekenhuizen en onder artsen heerst een groot besef van het belang van onderzoek. We kennen een uitgebreid ecosysteem van grotere en kleinere bedrijven die klinisch onderzoek initiëren en begeleiden. Met kennis en infrastructuur behoort Nederland tot de top van Europa”, zegt Amsing. 

Met kennis en infrastructuur behoort Nederland tot de top van Europa

Verbetering 

Toch kan er wel het een en ander aan het vestigingsklimaat worden verbeterd om de positie te versterken. Zo kunnen onder meer de Nederlandse opstarttijden van onderzoek volgens Amsing worden verkort.

Met de ECTR vallen verschillen tussen landen weg en kunnen vergunningen sneller worden verleend

“In het buitenland is toestemming voor onderzoek vaak nationaal geregeld bij wet terwijl in ons land ook het ziekenhuis in kwestie die nog moet verlenen. Dat kost soms veel tijd. Daarnaast moet de rekrutering van patiënten sneller. Dat kan bijvoorbeeld met betere communicatie vanuit artsen en patiëntenverenigingen over alle actuele onderzoeken waarvoor nog patiënten worden gezocht.” 

ECTR 

De hoop is bij de VIG voor een deel gevestigd op de European Clinical Trial Regulation (ECTR). Deze Europese wetgeving -die ingaat in 2022- is volgens Amsing een belangrijke stap in harmonisatie binnen de EU ten aanzien van de uitvoering van geneesmiddelenonderzoek. De ECTR moet onder meer de processen voor onderzoek versnellen. Mede hierdoor kan Nederland nog meer onderzoek aantrekken.

“Met de ECTR vallen verschillen tussen landen weg en kunnen vergunningen sneller worden verleend. We zullen onze nationale procedures moeten versnellen. Het betekent ook dat sterke punten zoals ons hoge wetenschappelijke kennisniveau beter tot hun recht komen. Uiteindelijk kan ook de ECTR er hopelijk aan bijdragen dat patiënten sneller toegang krijgen tot geneesmiddelen.” 

Next article