Biosimilars doen wat betreft de werking en de veiligheid niet onder voor gepatenteerde medicijnen. Er is echter wel een belangrijk verschil als het gaat om de prijs. MDL-arts Frank Hoentjen legt uit waarom biosimilars zo belangrijk zijn.
Wat zijn biosimilars?
“Zodra het patent van een medicijn is verlopen, mogen andere fabrikanten het ook maken. Dat geldt ook voor medicijnen die met levende cellen worden gemaakt, ‘biologicals’ genoemd, voorgeschreven door onder andere MDL-artsen. De biosimilars, vergelijkbare biologische medicijnen, die wij voorschrijven zijn wat betreft eigenschappen als werkzame stof, resultaat voor de patiënt en veiligheid vergelijkbaar met het originele product. Ze hebben alleen een andere naam en veel lagere prijs.”
Is die prijs belangrijk als je kiest voor een medicijn?
“Absoluut. Je hebt immers maar een beperkt budget tot je beschikking. Dat geldt voor een zorgverzekeraar, voor een ziekenhuis maar ook voor de maatschappij als geheel. Toen de eerste biosimilar voor MDL-ziekten op de markt kwam, ging de prijs met twee derde omlaag ten opzichte van het originele product. Als je voor een middel met dezelfde werking en veiligheid minder hoeft te betalen, kun je meer mensen helpen of het geld anders besteden binnen de gezondheidszorg. Vandaar dat bijvoorbeeld in Noorwegen de overheid een coördinerende rol heeft genomen bij de inkoop van biosimilars en andere medicijnen. Je kunt simpelweg meer doen met hetzelfde budget.”
Worden biosimilars al met succes ingezet in de gezondheidszorg?
“In het Radboudumc hebben wij al in 2015 patiënten omgezet naar een biosimilar van infliximab. Dat gebeurde in overleg met de patiënten. De ervaringen zijn bijzonder positief. Het medicijn had hetzelfde effect op de klachten en er werden weinig bijwerkingen gemeld. De biosimilars worden inmiddels op grote schaal gebruikt voor mensen met de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.”
Twijfelen artsen of patiënten nog als het gaat om biosimilars?
“Het stadium van de early adaptors zijn wij na ruim vijf jaar wel voorbij. Het merendeel van de artsen is overtuigd van de effectiviteit en het maatschappelijk nut van deze medicijnen. Er zijn echter altijd nog enkele artsen die meer terughoudend zijn. Hoewel inmiddels heel veel studies hebben aangetoond dat de werking vergelijkbaar is en dat er geen nadelige bijwerkingen zijn, is er de wens tot aanvullend bewijs. Toch ben ik ervan overtuigd dat ook zij op termijn zullen volgen. Als het gaat om nieuwe starters en om patiënten die van medicatie kunnen wisselen dan is het vooral een kwestie van goede voorlichting en goed overleg. Het is onze ervaring dat bij een zorgvuldig proces van shared decision making slechts enkelen bezwaar hebben tegen biosimilars.”