Skip to main content
Home » Oncologie » Na blaas- of nierkanker opnieuw balans vinden
Oncologie

Na blaas- of nierkanker opnieuw balans vinden

Mensen die de diagnose blaas- of nierkanker krijgen denken de eerste tijd vooral aan overleven. Zijn er uitzaaiïngen, hoe groot is de kans op genezing?


Als na een succesvolle behandeling pijnklachten of problemen met vrijen optreden, blijven die vaak onbesproken. “Soms merken mensen pas na één of twee jaar wat ze aan kwaliteit van leven hebben verloren”, weet Bert Messelink, uroloog-seksuoloog NVVS (Nederlandse Vereniging Voor Seksuologie).

In ons land wordt jaarlijks bij ongeveer 2.400 mensen nierkanker vastgesteld. Bij mannen komt het iets vaker voor als bij vrouwen. Mensen boven de 45 jaar hebben een verhoogde kans waarbij de piek ligt tussen 65 en 75 jaar. Blaaskanker wordt jaarlijks vastgesteld bij circa 6.000 Nederlanders, veelal 60-plussers. Het komt vier keer zoveel voor bij mannen dan bij vrouwen.

Bij het ontstaan van zowel blaas- als nierkanker kan onder andere roken een rol spelen. Symptomen zijn bloed in de urine (vaak pijnloos), bij nierkanker pijn in de zij of onderrug, en bij blaaskanker moeilijk of veel plassen en chronische blaasontsteking. Belangrijk is dat de kanker vroegtijdig wordt ontdekt en behandeld. Iets meer dan de helft van het aantal patiënten met nierkanker overlijdt niet aan de tumor. Bij blaaskanker is dat meer dan tweederde.

Functionele problemen

“Na een operatie, chemotherapie of bestralingen worden vrijwel alle patiënten in meer en mindere mate geconfronteerd met functionele problemen”, aldus dr. Messelink. “Denk aan pijn, incontinentie en seksuele problemen. In eerste instantie worden die problemen veelal voor lief genomen. Men denkt: de kanker is weg. Maar op den duur ervaart men dat de functionele problemen een behoorlijke impact hebben op het dagelijks leven. Relaties komen onder druk te staan en incontinentie kan een terugkeer naar de werksituatie bemoeilijken.”

Messelink, gespecialiseerd in buik- en bekkenpijn, schetst dat de ernst van de problemen per persoon verschillend is. “Hoe ga je om met pijn? Ga je thuis zitten, waardoor je sociale contacten verminderen en bijkomende klachten ontstaan doordat je bijvoorbeeld minder beweegt. Of denk je: oké, ik heb pijn, maar probeer toch zoveel mogelijk actief te blijven en van leuke dingen in het leven te genieten.”

“Je ziet ook dat mensen zich als gevolg van de pijnklachten anders gaan gedragen”, vervolgt de uroloog. “Ze gaan heel erg de plas ophouden en hun bekkenbodem aanspannen, waardoor ze nieuwe pijnklachten krijgen en hun systeem uit balans raakt. Daarnaast zijn er mensen die door de diagnose kanker somber worden. Ze denken: het gaat toch niet meer lukken. Ze gaan wat wij noemen catastroferen.”

Problemen na kanker hoeven niet in alle opzichten negatief uit te pakken, schetst Messelink. “Sommige relaties worden er sterker van, doordat de partners in de moeilijke tijd steun vinden bij elkaar en samen een oplossing zoeken. Een relatie kan ook onder druk komen te staan als de gezonde partner niet de kracht heeft om de veranderde situatie te accepteren.”

Bespreekbaar maken

Messelink, werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, biedt zijn patiënten niet alleen medische hulp. Hij ziet het als zijn taak om hen ook op mentaal gebied te begeleiden zodat ze weer een goede kwaliteit van leven krijgen. “In eerste instantie doe ik dat door het probleem bespreekbaar te maken. Ik leg uit dat het heel normaal is dat je door kanker zowel lichamelijk als geestelijk uit balans raakt. Tegelijkertijd benadruk ik dat je veel baat kunt hebben bij de juiste begeleiding.”

Wanneer Messelink zelf te weinig tijd heeft, verwijst hij door, naar bijvoorbeeld een psycholoog, een bekkenfysiotherapeut of lotgenotencontact. “Het besef dat je niet de enige bent met functionele problemen na nier- of blaaskanker helpt al enorm. Laatst kreeg ik per e-mail een bedankje van een patiënt. Ze had een cursus mindfulness gedaan en geleerd beter om te gaan met de gevolgen van de operatie en vooral de dingen te zien die er nog toe doen.”

Next article