Hoe is het als je als lesbisch stel een kinderwens hebt en zwanger wilt worden? Joyce Everink en Scarlet Hemkes vlogden erover op hun eigen YouTube-kanaal Ik Vrouw van Jou.
Hadden jullie al lang een kinderwens?
Scarlet: “Ik wilde wel een kind, maar altijd pas na mijn dertigste. Joyce was er vroeger nog iets minder mee bezig dan ik, maar zij was zes jaar geleden wel de eerste van ons twee die eraan wilde beginnen.”
Joyce: “Klopt, al zag ik het helemaal niet zo zitten om dan ook in verwachting te raken. Een kind dragen leek me zoiets bizars. Mijn overgeeffobie speelde ook mee; het leek me niet handig om daarmee zwanger te zijn.”
Welke stappen namen jullie toen de knoop was doorgehakt?
Scarlet: “De vraag was natuurlijk hoe we dat als twee vrouwen voor elkaar gingen krijgen. Ja, we konden naar een donorbank, maar verder wisten we het ook niet precies. We lieten ons uitgebreid voorlichten en hebben aan alle vormen gesnuffeld. Bij de donorbank die wij hadden gevonden kon je de donor selecteren op zaken als haarkleur en overigens ook op het hebben van een atletisch lichaam, wat ik nogal raar vond. Wat ons tegenstond, was dat we niet heel veel over de donor te weten zouden komen en dat ons kind niet eerder dan op zijn zestiende te horen zou krijgen wie zijn vader was. Daarna vonden we een Deense donorbank.”
Het moest iemand zijn met wie we het heel goed kunnen vinden
Scarlet
Joyce: “Maar een donor in Denemarken? Ik zag ons kind later al Lego’en met zijn Deense donorvader. Het leek ons alleen al niet praktisch voor het geval ons kind hem later zou willen leren kennen.”
Waarom zijn jullie uiteindelijk zelf op zoek gegaan naar een zaaddonor?
Scarlet: “Voor een deel omdat we de donor wilden leren kennen. We kwamen terecht op een speciaal forum waarop je in contact kunt komen met zaaddonoren. Hoewel het wat ongemakkelijk was, plaatsten we anoniem oproepjes. We vonden drie mannen met wie we hebben afgesproken en kozen er eentje uit die ons aansprak. Hij doneerde zaad bij een vruchtbaarheidskliniek en daarmee werd ik geïnsemineerd.
Helaas was dat geen succes. Na anderhalf jaar proberen bleek de zaadkwaliteit niet hoog genoeg, terwijl Joyce en ik al die tijd zo’n hoop hadden gehad. Dat was heel moeilijk, het brak me op. Toen hebben we het een jaar of twee laten rusten.”
Joyce: “Tegen die tijd was ik van gedachten veranderd. Het leek mij wél een mooi idee om zwanger te worden. Scarlet en ik wilden op een gegeven moment dus allebei graag ons kind dragen.”
Om een zaaddonor te vinden zetten jullie een bijzonder middel in: jullie eigen YouTube-kanaal. Waarom?
Joyce: “Op onze eigen website en in onze vlogs zijn we vrij open en bespreken we wel vaker dingen die als taboe worden beschouwd. Waarom, vroegen we ons af, zou je iets moois als het proberen krijgen van een kind anoniem doen? We hadden nog geen betrouwbare en leuke man gevonden, dus gooiden we de vraag online.”
Scarlet: “Het moest iemand zijn met wie we het heel goed kunnen vinden, een echt leuke man. Ik moest er niet aan denken dat je nog jaren met elkaar te maken hebt door zijn betrokkenheid en dat je dan altijd denkt ‘Wat is het toch een slappe lul’. Op onze oproep kwamen meer dan vijfhonder reacties binnen.”
En daar zat hij tussen.
Joyce: “Ja. En het bleek ontzettend goed te klikken tussen hem, zijn vrouw en ons. Achteraf gezien had het niet beter gekund. Omdat Scarlet en ik allebei graag zwanger wilden worden, insemineerden we omstebeurt. Dat was best lastig. Aan de ene kant hoopte ik bij mijn pogingen dat ik zelf zwanger zou worden, maar ik gunde het Scarlet ook. Uiteindelijk lukte het dus bij mij.”
We insemineerden omstebeurt
Joyce
Scarlet: “Nu zijn we moeders van een heel blij ventje, Hunter. Het gaat gelukkig heel goed met hem.”
Wat was voor jullie het belangrijkst in het hele traject?
Scarlet: “Voor ons toch wel dat de donor bij wijze van spreken iemand zou zijn die we zelf als partner zouden uitkiezen. Een tip: leg alle afspraken goed vast in een donorcontract.”
Willen jullie nog een kind?
Joyce: “We denken er nog over na. In ieder geval zou Scarlet dan aan de beurt zijn om het kindje te dragen.”